Wat is ons echt heilig?
De laatste meters tot de top van de Ananasberg. Cleon, onze gids, kapte een wilde ananas om samen op te eten. Achter ons deint het evenaarswoud tot aan de horizon uit en gaat zelfs mee op in de lucht.
De kakantrie of kapokboom, de heilige boom van de Saramaccanen, is zo te herkennen
Een eenvoudige offerplaats. Elke religie drukt zich op eigen wijze uit. De fles viel ons onmiddellijk op.
Terwijl de eerste klimaatmarsen het stof hier in België doen opwaaien, verblijf ik in Suriname, het land waar pater Jan Verboogen voor enkele jaren neergestreken is. Hij is er samen met Kumar, een Indiase pater Salvatoriaan, verantwoordelijke voor enkele parochies in Paramaribo, de hoofdstad.
Suriname is een klein landje aan de noordoostkust van Zuid-Amerika; vijf maal zo groot als België, maar met nog geen 600.000 inwoners.
Met plezier ging ik in op de uitnodiging pater Jan te bezoeken, door te reizen naar het binnenland en kennis te maken met de uitlopers van het Amazoneregenwoud, de longen van onze planeet. Hoe lang zullen zij onze planeet nog zuurstof geven? Cleon Vrede, een ‘marron’, afstammeling van een slavenfamilie, is onze gids. Schoonheid en heiligheid liggen hier dicht bij elkaar.
Muntjes voor de geesten
We staan in het oerwoud aan de voet van een gigantische kakantrie, de kapokboom. Hij torent boven alle bomen uit. Zijn takken staan loodrecht op de stam wat zijn kruin herkenbaar maakt. Zijn aanwezigheid wordt verraden door het pluis van het zaad, de kapok, zachte vezels die zich uit de rijpe vruchten van deze boom vormen. “Dit is een heilige boom. Hier wonen de geesten van onze voorouders. Zo’n boom hak je dus nooit om.” Plots verandert zijn stem. Ze wordt in zichzelf gekeerd. Hij grijpt naar enkele muntjes in zijn broekzak, gooit ze naar de stam van de boom en murmelt een paar zinnen. “Was dat een gebed, Cleon? Mogen we weten wat je zei?” “Ja, ik dankte hen voor de grootsheid van dit woud en smeekte de geesten om een behouden verblijf van ons allen deze week”. We worden er zelf stil bij en stappen verder, het gelaat naar de grond. Op zijn aanraden om niet te struikelen over alle mogelijke wortels die over de grond schijnen te kruipen. Of was het om dat moment niet te struikelen over vooroordelen en westerse navelkijkerij. Cleon voelde een oprechte interesse en zou het deze dagen niet nalaten om op onze vragen in te gaan. Voortdurend gebruikte hij dat woordje ‘heilig’. Het was lang geleden dat ik het met zoveel ontzag hoorde uitspreken. ‘s Morgens wanneer we met de korjaal de Suriname opvaren bij het krieken van de dag. Weer die stem die in zich keert en zijn woorden laat uitdeinen over het stromende water. Telkens wij een offerplaats langsgaan in het dorp waar flesjes drank staan. Hier wordt geen bloed geofferd. Bij een ingang van het woud vraagt hij mannen en vrouwen links en rechts van een offertafel de weg te vervolgen. We volgen gedwee. Wat zouden wij dit bespottelijk vinden?! In onze kerk zagen wij een gelijkaardige scheiding wanneer mensen gingen plaatsnemen.
Tussen verontwaardiging en verheerlijking
Soms kwam er zelfs heilige verontwaardiging bij hem naar boven. Dat was toen wij tekenen zagen, verwijzend naar missionering. Dat was een bedreiging voor de Cultuur van de Saramaccaners die de dorpen langs de Boven-Suriname bevolken. Wie een andere religie belijdt, sluit zich buiten de gemeenschap. Dit lag gevoelig. Op een avond proberen wij hierop door te bomen. We vinden echter weinig opening.
Maar toch hou ik vooral zijn liefde voor deze plek vast. Hij is er geboren. Hij groeide midden de jungle bij zijn oma op. Hier horen wij ook een heilige verering door zijn woorden schemeren. In feite was elke gidsbeurt door hem een loflied op de schepping waarbij de Winti-Geest ook over bos, rivier, dier en mens zweeft en alles aan elkaar weeft, met elkaar verbindt. Alles spreekt van het goddelijke. Elke boom, elke bloem, elk dier. We wanen ons in een natuurdocumentaire op TV. Het ene moment spotten wij een vogelspin, zelfs een tarantula. Andere momenten schattige zijdeaapjes. Boshoenen schieten voor onze voeten weg. En op de oever van de Suriname spot de gids voor ons een anaconda. Wie had dit gedacht? We mogen de langste slang ter wereld hier in levende lijve zien. Elke dag heeft zijn verbazend moment.
Boven op de Ananasberg worden wij echter echt helemaal stil. Rondom ons strekt het oerwoud zich uit zover we kunnen kijken. Ongerept. Hoe lang zal dit duren? Wanneer we boven op de Brownsberg staan zien wij de wonden van de zogeheten economische ontwikkeling. Ongeneesbare littekens door buitenlandse goudwinning. En elders is er de houtwinning. Op weg van Paramaribo naar Atjoni, vanwaar we verder zouden varen, hadden wij al tientallen Chinese camions met boomstammen gekruist. Het regenwoud bloedt voortdurend.
Credo
Wat is er voor ons nog ‘heilig’? Wat ik elke dag mag beleven, wat ik lees in de woorden van Cleon, geeft plots een andere kleur aan die woorden van Carlos De Soete die we met regelmaat in de viering zingen:
“Heilig, heilig, heilig de Heer, de God van alle leven, die aarde vol van hemel maakt: Hij is het hart van ons bestaan.
Heilig, heilig onze God alleen, en niet de goden van de wereld, en niet bezit of macht of eigenbaat: heilig is onze God alleen.”
Zouden deze woorden niet dicht liggen bij het credo van Cleon? Wat de marrons aan de natuur ontnemen, geven ze daarna terug. Wat ze nemen is om hun gemeenschap te voeden en wat er over is, wordt gedeeld of geruild.
En toch rukt de ‘moderniteit’ hier te midden van het regenwoud op, samen met het afval. Jongeren, soms hele families, trekken naar Paramaribo op zoek naar een ander leven, op zoek naar werk. Cleon deed het ook. Maar zijn geboortegrond is geen verloren paradijs. Hij keert er steeds opnieuw terug en laat het zien aan vooral westerlingen die een ‘exotische’ vakantie willen. Alleen hebben zij zoals ik eerst een vliegtuigvlucht van acht uur gemaakt waarbij wij onze ecologische voetafdruk weer vergroot hebben. Op zoek naar een verloren paradijs zullen wij allemaal moeten beseffen hoe verwoestend onze levensstijl is geworden, hoe onze moderne wijze van leven een bedreiging is geworden voor alles wat en iedereen die leeft op deze aarde.
Is het lot van deze planeet, van dit stukje Cosmos of Schepping, is het leven op deze aarde ons heilig?
Pastoor Patrick