De taal van Pinksteren

Er is een kans dat we dit jaar onze zomervakantie in eigen land moeten doorbrengen. Gelukkig is ons land rijk gezegend met prachtige dorpen, steden en mooie natuur naar ieders smaak. Er valt nog heel wat te ontdekken, de vakantie hier kan zeker aangenaam zijn. Het blijft natuurlijk een vertrouwde omgeving, want het echte onbekende ligt ver over de grens. Een vreemde taal horen, een andere cultuur en levenswijze ervaren, deze zomer zal het niet kunnen.

Europa is een continent dat opvalt door zijn verscheidenheid, en dat is zowel een last als een rijkdom. Andere talen, regels en gewoontes, in deze coronatijd valt op hoe verschillend we praten en denken. Het verbaast ons hoe in het buitenland hetzelfde probleem telkens op een geheel eigen manier wordt aangepakt. We begrijpen het niet altijd, ondanks de toegenomen eenmaking van Europa. Is er weer een Babelse spraakverwarring?

Een crisis zoals corona kan ons bang maken, als land en als individu, en dan gedragen we ons niet zoals gewoonlijk. Sommigen kruipen in hun harnas en schermen zich af. Ze luisteren nog nauwelijks, ze horen en vertrouwen enkel zichzelf, ze roepen luid. Ze spreken van oorlog. Anderen bewaren hun zelfvertrouwen en worden groter, ze groeien in sterkte en solidariteit. Ze luisteren. Zij spreken zacht, een taal van onderling begrip en samenwerking.

Zondag is het Pinksteren. In het evangelie wenst de verrezen Jezus vrede toe aan zijn leerlingen, tweemaal, want ze waren bang. In de lezing uit de Handelingen van de apostelen horen we het resultaat. De angst die hen deed wegkruipen, zich opsluiten en afkeren, was verdwenen. In de plaats was er hoop en vertrouwen. Eindelijk hadden de apostelen de woorden van Jezus begrepen. Als ze spraken, waren het woorden van openheid en begrip, van moed en bekommernis, een taal van vrede zonder voorwaarden.

Dergelijke woorden moeten niet vertaald worden. Wie de apostelen hoorde spreken, kon hen zonder moeite verstaan, uit welke streek men ook afkomstig was. Wat een verschil met de woorden van wantrouwen of leugen die zo vaak gesproken worden, ook vandaag. Wie zich laat inperken door angst kan geen vertrouwen hebben en spreekt een onbetrouwbare taal, met nieuwe misverstanden en onbegrip tot gevolg.

Jezus moest het tweemaal zeggen aan zijn leerlingen: vrede! Ook naar ons toe mag zijn pleidooi meer dan eens herhaald worden, blijvend. Want vrede wordt nog te snel voorgesteld als iets dat door wapens, angst en leugens gehandhaafd moet worden.

Waarheid spreken vraagt durf en vertrouwen. Waarheid spreken bevrijdt en geeft hoop. Waarheid is niet de taal van de macht, ze moet niet geroepen worden om te worden verstaan. Waarheid wil niet uniek zijn, ze begrijpt de verschillen, wil ze niet uitvlakken. Waarheid is de taal van de vrede, de taal die iedereen begrijpt, een Pinkstertaal in Europa en in ons gezin.