Dit is een uitspraak van Jezus die nog altijd geregeld op hoongelach onthaald wordt. Lucas vertelt er zondag meer over. Jezus gaf voorbeelden, zoals het bekende ‘Als iemand u op de ene wang slaat, houd hem dan ook de andere voor.’ Je kan dit letterlijk opnemen, maar evengoed figuurlijk. Soms zegt iemand iets dat aankomt als een klap in je gezicht. In zo’n situatie moet je niet de confrontatie aangaan, zegt Jezus. De figuurlijke klappen blijven dan over en weer vliegen.
Door zo te spreken over onze vijanden, zegt Jezus dat hij begrijpt dat er mensen zijn waarmee we het lastig hebben. Hij heeft niet gezegd dat we geen vijanden mogen hebben, hij heeft niet gezegd dat iedereen onze vriend moet zijn. Hij vraagt om goed te zijn tegenover alle mensen. Jezus wil geen onderscheid maken tussen vrienden en vijanden, tussen goede en slechte mensen. Allen zijn immers mensen, zoals ik, die vrienden hebben en elkaar helpen. Dat is Jezus’ vraag: tracht in elke mens het goede te ontdekken, ook als het iemand is waarmee je niet goed overeenkomt.
Jezus legt er nog een verrassend argument bovenop: ‘God zelf is immers ook goed voor ondankbare en slechte mensen.’ Laten we deze uitspraak onthouden als er weer ergens in de wereld een oorlog begonnen wordt, zogezegd onder Gods zegen, om slechte mensen uit te schakelen.