Het kleine verschil van het grote begin

Lucas, de volleerde verteller, laat alle ruimte voor verbeelding en inleving. Het moet wat geweest zijn! De barre geboorte, de vervaarlijk laag scherende engelen, hun boodschap, glans en gloria, de herders van hun melk.

Ach, het alom schijnend kerstlicht, de zachte zang, de vertedering … het mag, het moet. Zolang het de kern niet toedekt. Stal, sterren en bomen zijn zoete garnituur. De klare waarheid is Gods weergaloze ingreep, zijn ultiem antwoord op alle onrecht en onvrede. Verbum caro factum est! Het woord werd vlees. Geen papier, geen schrijverij. De Heer schreef bij mijn weten maar één keer, en dan nog in los zand. Nee, een mens van vlees en bloed. Die Lazarus riep, Jaïrus’ dochtertje raakte, de blinde genas, de lamme liet lopen, de overspelige vrijsprak, de Samaritaanse omkeerde, die zijn beulen vergaf, de armen zijn Rijk toezegde, die de weerloze mensenliefde van zijn Vader met alle vezels van zijn wezen beleed en beleefde.

Verbum caro factum est! We horen het in de Kampenhoutse Kerst. We zien Gods wondere weg. En we vatten, dat Hij ook door ons aan het licht wil komen, ook in ons geboren wil worden. Als die kerstkern u niet beroert, blijf dan achter uw kerstkalkoen. Maar als hij u vertroost en verblijdt, kom dan naar de kerstkerk en deel uw troost en blijdschap. Ze gaan dan nog groeien.