Het is waar dat twintig plus twintig gelijk is aan veertig. Maar dat het beroep van leraar wiskunde het mooiste is ter wereld zal niet voor iedereen een waarheid zijn. Het oplossen van conflicten met geweld of oorlog werd tot voor kort in de Europese Unie als compleet fout bestempeld. De waarheid is vandaag plots anders. Of is het toch geen waarheid?
Twijfels over waarheid zijn lastig. We verkiezen duidelijkheid, en zijn dus voortdurend op zoek naar echte waarheid. Daarmee zijn we in goed gezelschap. In het evangelie van zondag horen we dat tweeduizend jaar geleden het zoeken en vinden van waarheid ook een belangrijke kwestie was. Jezus beloofde de hulp van de Geest van waarheid die aan de leerlingen de weg zou tonen naar de volle waarheid.
De jonge Kerk nam die zoektocht ernstig. Als de apostelen van mening verschilden over de weg die gekozen moest worden, dan overlegden ze samen om tot een eensgezind besluit te komen. Zo kwamen ze tot waarheid. Ze bleven die methode van overleg gebruiken, want ze ervaarden dat ze zo meestal tot de best mogelijke conclusies kwamen. Ze ervaarden de Geest van Jezus die hen daarbij behulpzaam was.
Doorheen de eeuwen zijn op die manier vele conclusies en waarheden vastgelegd in documenten. Dat was zeer nuttig. Het denkwerk en het overleg over goede of valse argumenten moest daarmee niet telkens opnieuw gevoerd worden. Het betekende echter ook dat er steeds minder gezocht werd naar waarheid. Steeds vaker oordeelde de Kerk dat de waarheid reeds gevonden was.
Zo is de Kerk al geruime tijd op een punt beland dat ze overtuigd is de hele waarheid te bezitten. Alle mogelijke vragen over God, Jezus en over godsdienst werden immers reeds beantwoord. Het zoeken naar antwoorden, het zoeken naar waarheid, het is overbodig geworden. Daarmee lijkt het alsof de Geest, de helper bij het zoeken naar waarheid, zonder werk is gevallen.
Daarmee heeft de Kerk ook de vaardigheid verloren om met andere meningen in gesprek te gaan. Het eindigt doorgaans in een goedkeuren of afwijzen. De Kerk heeft zich zo in een positie gemaneuvreerd dat ze als gesprekspartner oninteressant is geworden en onaangenaam. Ze is pijnlijk irrelevant geworden voor wie op zoek is naar de zin en betekenis van het leven. Hierop is immers geen uniek en juist antwoord te geven.
Jezus was gekant tegen een opgelegde waarheid, een waarheid van specialisten: farizeeën en schriftgeleerden. Hij was hun grootste tegenstander. Niet omwille van hun kennis – Jezus was zelf ook een specialist – maar omdat ze overtuigd waren de waarheid in pacht te hebben. Ze wilden gehoorzaamheid en waren onverdraagzaam tegenover wie anders was.
Jezus sprak graag met mensen, hij kon goed luisteren en hielp hen bij de zoektocht naar de zin en betekenis van hun leven. Die weg naar God, die waarheid moet iedereen immers zelf vinden. Jezus gaf geen waarheden, hij gaf inspiratie met zijn verhalen en levenswijze, nu nog steeds. De Geest van Jezus is dus niet werkloos, hij blijft inspireren. (Joh 16, 12-15)