Als er ergens iets misloopt, dan wordt meteen een schuldige gezocht. Soms is het snel duidelijk wie in de fout is gegaan. Vaak is het moeilijk, omdat er vele verschillende factoren spelen. Dan moet een verantwoordelijke ontslag nemen, een minister bijvoorbeeld, of een bedrijfsleider. Iemand moet door het stof. Iemand moet de schuld – minstens symbolisch – op zich laden.
Als er geen verklaring te vinden was voor het onheil, dan zei men vroeger: het is een straf van God. In oude tijden gebeurde veel dat onverklaarbaar was, omdat de wetenschap nog niet bestond. God werd dus gevreesd omdat Hij onverwacht onheil kon brengen naar de aarde in de vorm van ziektes of natuurrampen, als straf voor de individuele mens of voor de gemeenschap.
Een belangrijke opdracht voor de mensheid bestond er dus in om God welgezind te houden. Dit gebeurde door Hem offers te brengen, door iets zeer belangrijk en kostbaar af te staan, zoals bijvoorbeeld een schaap of een lam. Daarmee kocht de mens zijn schuld af, en hoopte hij dat God mild zou zijn voor hem en geen onheil zou brengen.
Offeren doen we vandaag niet meer. Jezus zegt op verschillende plaatsen in het evangelie: God wil geen offers, God wil liefde, waarheid en barmhartigheid. Jezus benadrukte bovendien dat God geen straffende God is, maar dat God liefde is en ons nabij wil zijn. In dit beeld past het niet om angstig te zijn voor God, integendeel.
Nochtans is in onze eredienst het offer, de offerande, nog zeer belangrijk. De tafel waarrond Jezus zat met zijn leerlingen om brood te breken en te delen wordt in de kerk nog steeds een altaar genoemd, een offerplaats. Dit stemt niet overeen met wat Jezus deed en vertelde.
Jezus wordt zondag in het evangelie Lam Gods genoemd, een uitdrukking die we in de eucharistie meermaals horen. Het is een titel voor Jezus, zoals hij er nog heeft: Messias, Christus, gezalfde, Heer, zoon van God, Mensenzoon, Heiland. Elke titel benadrukt een specifiek aspect van Jezus, wat goed is maar tegelijk ook de totaliteit van Jezus inperkt.
De titel Lam Gods past in de taal van het offeren. Jezus is dan een lam dat geofferd wordt door God, om alle fouten en schulden van de mensen definitief af te kopen. In een oude theologie heet het dat God zijn zoon Jezus voor ons geofferd heeft. Deze interpretatie van de betekenis en de dood van Jezus is niet vol te houden. Er is niets liefdevols aan een God die zijn zoon offert. Offeren hoort thuis in een mensbeeld gebaseerd op schuld en boete. Daarvan wilde Jezus ons net bevrijden. Hij wilde een Rijk Gods, gebaseerd op liefde en barmhartigheid, begrip en vergeving.