We kijken naar hetzelfde, en zien toch elk iets anders. Ik zie een gewone boom, en jij ziet het wonder van de schepping. Ik zie een parel van technisch vernuft, en jij ziet een metalen doos op vier wielen. Zou er iets mis zijn met onze ogen? Lucas vertelt zondag hoe Jezus dit ook opgemerkt had. Jezus sprak van een splinter in het oog. En voor wie het misschien niet goed begrepen had maakte Hij van de splinter een balk. Loop daar maar eens mee rond!
Die splinter in je oog, die verhindert dat je helder kan zien. En wat opvallend is, je merkt bij jezelf niet op dat er iets vreemd in je oog zit. Straffer nog, je ziet wel heel goed de splinter in het oog van een ander!
Zo denken we dat onze kijk op de wereld juist en volledig is, en zijn we van oordeel dat de anderen een verkeerde kijk op de zaak hebben. Jezus wist goed dat we de fouten van anderen snel en duidelijk opmerken. Het zit in onze natuur om voortdurend rondom ons te speuren naar wat anders is, afwijkend. In de oertijd was dat noodzakelijk, voor onze veiligheid.
“Vergeet niet dat je zelf ook met een splinter rondloopt”, zegt Jezus, “meer zelfs, er zit een balk in je eigen oog.” We hebben een scherp oog voor splinters. Maar we moeten het afleren om die uit andermans oog te halen, om de anderen te corrigeren en te wijzen op hun fouten. Want we zijn zelf evenmin perfect, ons gedrag is soms ook niet begrijpen.
Het is in de mode om al die splinters aan te wijzen en te veroordelen. Het vraagt moeite om dat niet te doen, maar het besef van de eigen balk helpt.